zaterdag 7 juli 2012

Ayutthaya






















Het is al na half negen plaatselijke tijd als we wakker worden. We hebben bijna dertien uur aan één stuk geslapen… ! Zeker Leon heeft dat thuis nog maar zelden overtroffen. Ons Guesthouse is een topadresje. Het is helaas vorig jaar volledig overstroomd is, maar nergens kun je nog zien dat het water overal bijna twee meter hoog heeft gestaan. Na een dagje langzaam aan doen om onze jetlag weg te werken (al valt die relatief mee) willen we vandaag de stad ontdekken. Alleen al de ritjes met een tuktuk vinden de kinderen geweldig. De tuktuks rijden snel, maar daardoor krijgen we toch wat ‘frisse’ wind door onze haren. We trekken eerst naar de Wat Yai Chai Mongkol, een boeddhistisch tempelcomplex met hoge Chedi‘s die aangekleed zijn met oranje doeken. Rond de oude tempel staan tientallen Boeddha’s met diezelfde oranje, boeddhistische gewaden. Indrukwekkend. De hoofdzakelijk Thaise toeristen slenteren langs de oude beelden en chedi’s, maar hebben vaak meer oog voor Alice, Oscar & Leon: “Can we make a picture, please?” Hun Engels is nauwelijks verstaanbaar maar als ‘would- be’ sterren gaan de kinderen gewillig met de Thai op de foto. Leon blijft het moeilijk hebben met al dat wangengeknijp en die aandacht. We klimmen de oude en uitgesleten stenen trappen op. Boven in de tempel kopen de Thai bladgoud om op de stenen Boeddha’s te plakken. Oscar en Leon nemen de Thaise boeddhistische gewoontes graag over. Ik weet niet waarvoor het allemaal goed is maar op basis van streepjes bladgoud die nu op Boeddha zijn hoofd hangen, ben ik jaren verlost van hoofdpijn…

De tempel vooraan het complex wordt nog gebruikt voor erediensten. We mengen ons graag tussen de knielende en offerende Thaise gelovigen. Voor de talloze bronzen en gouden variaties van Boeddha worden lotusbloemen geofferd en wierrook ontstoken. Oscar doet rustig mee. Leon is wat minder op zijn gemak. Veel glitter, veel kitsch en soms een beetje bizar. Het tafereel doet denken aan de hindoerituelen die we in op Bali en in India hebben gezien. Binnen de tempel staat een grote zittende gouden Boeddha die opnieuw vol overgave aanbeden wordt. De mensen offeren geld en schrijven op gouden (vergulde) blaadjes namen op van de  mensen die ze alle geluk toewensen.

We bezoeken in de voormiddag ook nog een tweede site, de Wat Mahathat. De tempels zijn helaas 300 jaar geleden flink toegetakeld door de Birmezen. Van de meer dan 330 tempels zijn er nog precies vijfendertig bewaard. Een mooi en merkwaardig beeld is het afgevallen Boeddhahoofd dat door de boomwortels mee is opgenomen en opnieuw in zijn oude glorie is hersteld.
En zeker niet vergeten: Leon drinkt voor de eerste keer in Thailand melk uit een kokosnoot! Daar heeft hij lang naar uitgekeken.

In de namiddag wordt het een beetje te warm en genieten we vooral van ons zwembad. Leon heeft eindelijk zijn waterangst zo goed als overwonnen en is niet uit het zwembad te krijgen. Tegen valavond trekken we opnieuw de stad in, met een tuktuk uiteraard. We zitten achteraan in een bakje - ik met mijn kop tot tegen het stalen plafond - en gieren ermee door de stad naar onze bestemming. Vanavond was dat een lokaal restaurantje dat je nooit zonder een vriendelijke tuktukrijder kan vinden. Saithong River, aan de overkant van de rivier en hoofdzakelijk bezocht door de Thai zelf. Het is een super adres. We bestellen vijf verschillende schotels en proeven van alles wat: kip met cashewnoten, varkensribbetjes met ananas, rundsvlees in oestersaus, prawns in cocos… Maar Leon had vandaag de voltreffer: grote gebakken garnalen met limoen-chilisaus!
Fabrice

Geen opmerkingen:

Een reactie posten